Werkwijze:
Met de twee revolving stencils kun je snijden, vouwen en embossen
Snijden, vouwen en embossen met revolving stencils
Draai het stencil en de kaart om en leg ze op de lichtbak. Duw met de embossingpen het karton voorzichtig in de motieven van het embossingstencil. Herhaal dit zonodig. Haal het stencil van de kaart en leg hem op de linkerbinnenkant van de kaart, draai ze om en embos het binnendeel.
Haal het stencil van de kaart. Vouw de uitgesneden
randen en draai het binnendeel (= kantelkaartje).
Kaart model A: 21 x 14,8 cm; dubbelgevouwen 10,5 x 14,8 cm
Kaart model B: 26,4 x 13,2 cm; dubbelgevouwen 13,2 x 13,2 cm
Kaart model C: 21 x 14,8 cm
Leg het stencil in het midden van de kaart, snijd en embos de kaart en vouw de kaart daarna vanuit het midden 2 cm naar links en rechts = bergvouw, 6 cm naar links en rechts = dalvouw (zie tekening)
Kaart model D: 26,4 x 13,2 cm; dubbelgevouwen 13,2 x 13,2 cm
Leg de kaart met de open zijde naar beneden, leg het stencil op de kaart en snijd de lijnen.
Plak 3D-plaatjes op de kantelkaartjes.
Leg het stencil op de goede kant van de kaart. Zet ze aan elkaar vast met non-permanent tape.
Snijd de rechte lijnen met een mesje in het stencil. (of: geef met een prikpen de uiteinden van de lijnen aan en snijd ze m.b.v. een liniaal los)
Draai het stencil en de kaart om en leg ze op de lichtbak. Duw met de embossingpen het karton voorzichtig in de motieven van het embossingstencil. Herhaal dit zonodig.
Haal het stencil van de kaart en leg hem op de linkerbinnenkant van de kaart, draai het om en embos het binnendeel.
Haal het stencil van de kaart. Vouw de uitgesneden randen en draai het binnendeel (= kantelkaartje).
Werk de kaart af met knipvelletjes, en gedichtjes.
Snijd de gedichtjes uit, plak ze op verschillende kleuren kaartenkarton en snijd ieder laagje iets groter af. Zet ze daarna met brads/splitpennen op de kaart vast.
